Westfriese Omringdijksait

Staatssecretaris geeft startsein dijkversterking Enkhuizen-Hoorn

ENKHUIZEN – Staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat heeft de officiële starthandeling verricht voor de versterking van de Markermeer-dijk tussen Enkhuizen en Hoorn. Het betreffende dijkvak maakt deel uit van de Westfriese Omringdijk. Dit is het eerste project van in totaal 14 dijkversterking-programma’s van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, waarbij de komende acht jaar zo’n € 430 miljoen gemoeid is.
In de afgelopen vijf jaar zijn voorbereidingen getroffen om de Markermeerdijk te versterken. Inmiddels zijn de werkzaamheden aan de dijk, die tot 2012 zullen duren, begonnen. Het hoogheemraadschap werkt bij de voorbereiding daarvan samen met Rijkswaterstaat, provincie en gemeenten en houdt uitgebreid rekening met natuur, recreatie en het wonen en werken langs de dijk. De Markermeerdijk wordt op verschillende manieren versterkt. Op sommige plaatsen wordt de dijk verhoogd en verbreed, op andere plekken komt een buitendijks voorland om de golven te breken. Elders geeft een steunberm extra sterkte. Bij ruimtegebrek, bijvoorbeeld als woningen dicht op de dijk staan, komen stalen damwanden voor een stevige verankering van het dijklichaam.
De Markermeerdijk tussen Enkhuizen en Hoorn is één van de waterkeringen uit het Hoogwaterbeschermingsprogramma van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. In dit programma worden primaire waterkeringen genoemd die niet meer aan de door het rijk gestelde veiligheidseisen voldoen. Waterschappen controleren de kwaliteit van de keringen wordt elke vijf jaar gecontroleerd waardoor tijdig bekend is waar maatregelen nodig zijn. De Markermeerdijk tussen Enkhuizen en Hoorn is de eerste waterkering uit het Hoogwaterbeschermingsprogramma die het hoogheemraadschap versterkt. 
Tussen nu en 2015 versterkt het hoogheemraadschap ook de primaire waterkeringen tussen Hoorn en Amsterdam, bij Den Helder en Den Oever en de Wieringermeerdijk, en de zwakke schakels langs de Noordzeekust. Daarvoor wordt door het rijk een bijdrage verleend van € 430 miljoen.