Westfriese Omringdijksait

Wiedergutmachungssteine

Dijkstrand bij Hoorn. foto ©sjaakbos 2025 

Wie in Hoorn langs het nieuwe dijkstrand loopt, kan er duizenden zien liggen: Drentse veldkeien in allerhande vormen en maten liggen in het water, verspreid over het strand en op de aangrenzende parkeerplaats. Dat was Chris de Meij, raadslid in Hoorn, een doorn in het oog. “Er liggen hier allemaal stenen, maar er zit zoveel geschiedenis achter”, zegt de Meij. Nu liggen ze hier maar wat. Hoe leuk zou het zijn om er iets bijzonders mee te doen.”

Hoe zit dat ?

Sinds het ontstaan van de Westfriese Omringdijk in de Middeleeuwen heeft de techniek van het bouwen van dijken zich steeds verder ontwikkeld. Van lage kades werden het hogere dijken met een voorland als eerste bescherming. Later ging men zoden aan de dijk zetten: wierpakketten met palenschermen om de boel bij elkaar te houden. Maar toen in de 18e eeuw die palen plots ten prooi vielen aan een vraatzuchtig schelpdier dat door zeevaarders was geïmporteerd, de “paalworm”, moest er wanhopig worden gezocht naar nieuwe alternatieven. Nadat hard bidden niet had geholpen bleek een ‘steenstortingsplan’ de oplossing: natuurstenen tegen de dijk, in plaats van wier. En zo kwam er vanaf 1730 een indrukwekkende steenstroom op gang in de richting van onze Westfriese boorden. Steenschippers, ruige jongens, brachten meer dan een miljoen ton stenen uit Noorwegen, Jutland, Noord Duitsland, De Rijnstreek en Belgisch Brabant. Ze kwamen ook van dichter bij huis, uit Drenthe. Is het geen bizar idee dat het Drentse hunebeddenlandschap vrijwel in zijn geheel in de gehavende Westfriese taluds is verdwenen ? 

Nu waren we deze dramatische steenverplaatsing al zo’n beetje vergeten, totdat er als onderdeel van een recent kustversterkingsproject aan de dijk bij Hoorn een stadsstrand werd gecreëerd. De natuurstenen uit de dijk die daardoor hun functie verloren, zijn bij wijze van ‘leuk’ over het zand gedrapeerd. Nu kan men er lekker op zitten of het handdoekje er op laten drogen. Maar daar stak het Drentse Hunebedcentrum ineens de vinger op. “Het lijkt ons symbolisch erg mooi om weer stenen terug te krijgen na zoveel jaren “zodat we misschien een groepje bij elkaar kunnen leggen in ons Oertijdpark. Met een bordje erbij, waar het verhaal op staat.” De vraag was vriendelijk geformuleerd, want het ging hier tenslotte niet om roofkunst: er is indertijd door de Westfriese Ambachten dik geld voor betaald. Twee Hoornse gemeenteraadsleden hadden wel oren naar dit plan. Zij zonnen al langer op een manier om de geschiedenis van de Drentse zwerfkeien in Hoorn te vertellen. Een van de ideeën was bijvoorbeeld om er een replica van een hunebed mee te bouwen. Maar daar kregen ze in de gemeenteraad nog niet direct de handen voor op elkaar. Zelfs de Provincie Drenthe liet via een woordvoerder weten geen belang te hebben bij de zwerfkeien. “We laten de stenen waar ze zijn en waar ze destijds zijn verkocht. Het hoort bij de reis van de stenen.” Er was ook een praktisch bezwaar: het was bijna niet te traceren welke stenen precies uit Drenthe komen. De vraag naar stenen was immers zo groot dat ze uit alle windrichtingen zijn opgehaald. 

Maar nu meldde rtv Drenthe onlangs het volgende:

Een vrachtwagen vol zwerfkeien van het stadsstrand in Hoorn komt dit voorjaar terug naar Drenthe. De stenen lagen oorspronkelijk in onze provincie, maar werden in de achttiende eeuw verkocht aan Noord-Holland om inwoners te beschermen tegen het zeewater. Nu komen ze symbolisch weer terug. 

De gemeente Hoorn laat in een brief weten dat ze hebben besloten een deel van de stenen af te staan: Ongeveer tien keien zullen de tocht terug gaan maken naar het Drentse land. “Flinke jongens”, zegt meneer Wolters van het Hunebedcentrum in Borger. “Het had heel wat voeten in de aarde, maar het is uiteindelijk toch gelukt. De keien krijgen een speciale plek buiten bij het centrum, met een informatiebord erbij. Keien hebben we wel meer, maar het is meer de symboliek die er achter zit. Het heeft toch met de identiteit van Drenthe te maken.” Ook de burgemeester van Hoorn en de betrokken raadsleden komen naar Borger voor de onthulling van de keien. Dat is op 6 juni.

Het was overigens wel een hele kluif om uit te zoeken welke van de duizenden keien in Hoorn echt uit Drenthe kwamen. Er is een stenendeskundige naar Hoorn gegaan om de keien te beoordelen. Hij kon aan de steensoort zien welke keien afkomstig zijn uit de provincie Drenthe. En hij wist op welke plekken die keien door het gletsjerijs zijn meegenomen uit Scandinavië. “Hij ziet dat direct”, zegt Wolters. “De meesten zullen dat niet zien, maar we zijn wel een museum en het moet wel kloppen.”

Foto ©sjaakbos / woordwaarde 52

Bron rtv Drenthe

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.