Westfriese Omringdijksait

Webles 2 Wonen achter de dijk.

Leestekst

Als je met een beetje fantasie naar de kaart van Noord-Holland kijkt, zie je daar Westfriesland als een eiland liggen, omringd door de Westfriese Omringdijk.

Hoe lang er aan deze 126 kilometer lange Omringdijk gewerkt is weten we eigenlijk niet precies. Wel weten we uit oude documenten dat de ring van dijken al in het jaar 1320 gesloten was. Er is zeker langer aan gewerkt dan aan pyramiden of kathedralen, zelfs langer dan aan de Chinese muur!

 

De Westfriezen die in de vroege middeleeuwen in en rond het moerassige veen leefden, moesten, om hun voeten droog te houden, op veel plaatsen dammetjes en dijkjes opwerpen. Omdat het zeewater bleef stijgen en de bodem van hun land langzaam inzakte, werd de wateroverlast steeds erger. Dus kwamen er meer dijkjes. Langere dijkjes. Steviger dijkjes. Tenslotte is er een ring van dijken ontstaan: de Westfriese Omringdijk.

 

Het natte-voeten-probleem was niet voorbij toen de ring gesloten was. Eeuwenlang waren er steeds weer dijkdoorbraken en stormvloeden die voor rampzalige overstromingen zorgden. De mensen leefden vaak in angst. Angst voor het water. Bij storm en hoog water in de 14e en 15e eeuw zijn complete dorpen en grote stukken land in zee verdwenen.

In het begin werden de dijken verlegd als de toestand onhoudbaar werd. Als het voorland was afgekalfd en de zee tegen de dijk aanstond, bouwden de mensen uit voorzorg meer landinwaarts een nieuwe dijk. Een zogenaamde "inlaagdijk" . 

(zie onder bij materialen de leestekst over "Dijken")

 

De strijd tegen het water was met de aanleg van de Omringdijk eigenlijk pas begonnen. Steeds moesten dijkwerkers in actie komen om te repareren of te verstevigen. Vanaf de 16e eeuw begonnen de bewoners van Westfriesland hun dijk  steeds meer te versterken in plaats van ze te verleggen. Het landverlies werd daardoor minder. Dikke pakken zeewier werden aan de zeekant voor de dijk gezet, vastgezet aan palen. Dit werkte lange tijd goed. De wierriemen werkten als een soort schokdempers voor de beukende golven.

 

De paalworm 

De wierdijk met palenscherm was heel lang een goede constructie, tot de paalworm het hout ging opvreten. Deze paalworm was al eerder bekend. Pas in 1731 werd het een ramp, toen hele rijen palen aan de kust tijdens een storm afbraken. De beestjes vraten hele gangenstelsels in het hout. Aan de buitenkant zag je, als je goed keek, alleen een heel klein gaatje (zoals van een houtworm).

 

Er werd natuurlijk vanalles geprobeerd om de palen te beschermen: met glas, zeildoek, koeiehaar, teer, kalk, ze beslaan met ijzeren platen en grote platte spijkers…..niets hielp, geen paal hield het langer dan twee jaar uit.

Op zwakke plaatsen werden de "wierriemen" vervangen door stenen. Grote natuurstenen werden over water gehaald uit Drente, Duitsland en zelfs uit Scandinavië. Ze werden tegen de buitenkant van de dijk gelegd en het bleek een succes. De dijk stond als een muur. Jarenlang zijn zo scheepsladingen vol stenen aangesleept om op zoveel mogelijk plaatsen de dijk te verstevigen. Een enorme klus!

Behalve door het sterker maken van de dijk, werd de dreiging van het water ook nog op een andere aangepakt. In de 16e eeuw werd geleerd hoe je met grote windmolens grote wateren kon droogleggen. Dat begon voorzichtig met een paar kleine droogmakerijtjes in de buurt van Alkmaar en Medemblik. In 1596 was het, na veel moeite, ook al gelukt om een groot en gevaarlijk zeegat droog te leggen: de Zijpe. (bij Schagen) In de welvarende 17e eeuw (de "gouden eeuw") volgden de droogleggingen van andere grote meren: De Wieringerwaard (1610), de Beemster (1612), de Purmer (1622), de Wormer (1626), Heerhugowaard en omgeving (1631) en tenslotte ook de Schermer in 1635.

 

Kijk maar eens wat langer naar het plaatje hiernaast, dan snap je hoe belangrijk deze droogleggingen waren voor Westfriesland.

 

 

De laatste doorbraak van de Westfriese Omringdijk vond plaats in november 1675 bij Scharwoude, ten zuiden van Hoorn. Eerdere beschadigingen aan de dijk waren daar niet serieus gerepareerd, zodat er een zwakke plek was, die bij aanhoudende zware storm het water niet kon tegenhouden. Er staat op die plek nu een monument, bestaande uit drie grote keien.

In 1916 heeft de dijk bij Andijk voor het laatst op het punt van breken gestaan, maar gelukkig is dat hier voorkomen. Andere delen van Nederland zijn in dat jaar wel overstroomd.

Opdrachten

opdracht 1 

Lees bovenstaande tekst en maak de vragen van het vragenblad. (zie materialen)

opdracht 2 

Sla in een atlas de kaart van Noord-Holland open. Kun je zien waar de Omringdijk loopt? Maak een lijst van alle plaatsen waar de dijk langs gaat.

opdracht 3

Maak een klein werkstukje over DIJKEN. Gebruik de bronnen.