Westfriese Omringdijksait

Wieringerwaard

Na de belangrijke inpoldering van de Zijpe in de 16e eeuw volgden ten Noorden van de Westfriese Omringdijk nog enkele inpolderingen die er uiteindelijk voor hebben gezorgd dat de directe dreiging van zeewater voor Westfriesland behoorlijk afnam. De Wieringerwaard is van deze noordelijk gelegen droogmakerijen de oudste, drooggelegd in 1610.

De Wieringerwaard is  één van de grote 17e eeuwse inpolderingen. De grenzen van deze polder vormden indertijd de Zuiderzee, de dijksloten langs de buitenzijde van de Westfriese Omringdijk en de Slikkerdijk van de Zijpe. De polder werd al veel eerder in de geschiedenis bewoond. In de paar eeuwen voor de Allerheiligenvloed in 1170 woonden er in het gebied al Friezen, die later Westfriezen genoemd werden. Na de vele stormen die rond de 12e eeuw woedden werd het gebied echter onbewoonbaar. Nadat het gebied in 1610 weer was gewonnen door inpoldering raakte het weer bevolkt. In het noorden ontstond er langzaam bewoning in kernen. Zo ontstond langzaam een lintdorp dat van de sluis uit 1621 aan de Slikkerdijk tot aan de sloot, De Kolk, liep. Dit dorp kreeg dezelfde naam als de polder. Toen later aan de andere kant van de De Kolk een nieuwe sluis werd gelegd, bij de Pishoek en het Waardkanaal, ontstond ook daar een kern. Deze kreeg de naam Nieuwesluis.