Westfriese Omringdijksait

Soepbordtragedie

Aan het begin van onze jaartelling was Noord-Holland Noord vooral een gebied waarop een meters dik zompig veenpakket lag. Hier en daar waren wat hoger gelegen zandruggen. Alsof het een omgekeerd soepbord was liep het overtollig water er op een natuurlijke manier via kreken vanaf, naar zee. Het was er onherbergzaam, plassig, moerassig en gevaarlijk. Hier wilde geen mens wonen. Geen mens? Nou, een kleine groep noeste agrariërs bleef moedig weerstand bieden aan de omstandigheden en vestigde zich op de wat hoger en droger gelegen zandgronden….   

Vanaf de zandruggen zagen de vroege bewoners van het gebied toch mogelijkheden om het veen bij hun agrarische activiteiten te betrekken door het voorzichtig te ontginnen. Misschien werden ze daardoor aangemoedigd door een serie droge zomers. Er werden slootjes gegraven om water sneller af te voeren, waardoor redelijk droge akkertjes konden ontstaan. Maar paradoxaal genoeg leidden deze geslaagde pogingen om het vocht in het veen te reguleren ook tot meer wateroverlast . Het in cultuur brengen van het veen had namelijk een dramatische bodemdaling tot gevolg, omdat veen door blootstelling aan zuurstof gaat oxideren en inklinken.

De zee, door grote stormen aangewakkerd, kreeg nu steeds meer vat op het inklinkend veengebied. Grote stukken sloegen weg, enorme meren werden gevormd. In een wanhopige poging om have en goed te beschermen begon men in de late Middeleeuwen, zo omstreeks 1100 – 1200 na Chr, terpen en dijken op te werpen. Halverwege de 13e eeuw slaagde men er in een ring van dijken tot stand te brengen. Het soepbord had zich omgekeerd; de strijd tegen de waterwolf kon nu pas goed beginnen….  

“Ja op Huyzen, Daken en Hooibergen quamen er dikwijls 10 a 20 menschen, kout, nat en naakt. Dat was erbarmelijk om aan te zien. Hier kwam er één bij den Dijk opgeklommen, daar gints lagen andere, die stijf van kouw en door schrik genepen geeneens het benul hadden om bij den Dijk op te klouteren. Hier lagen doode menschen, gints lagen doode Paarden, Koeyen, Schaapen, Haanen, Hennen en allerleye doode lijken van Menschen en Vee. Men hoorde by Dagh en by Nagt bijna niet anders dan het geklep der Klocken en het slaen der Trommelen.” [Bron: Kroniek van Medemblik 1725]  

De oeroude ring ligt er nog altijd. De Westfriese Omringdijk is het belangrijkste mensgemaakte landschapselement in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal, maar met dat besef is het helaas nog  vaak niet veel soeps.